Wat is een scotoom?
Een scotoom – of gezichtsveldverlies – is een beperking van je gezichtsveld, het deel van je omgeving dat je kunt waarnemen zonder je ogen te bewegen. Waar je normaal een compleet beeld opvangt, verschijnt er bij een scotoom plots een donkere of wazige vlek in je gezichtsveld. Alsof er opeens een stukje beeld ontbreekt, vervormd raakt of in de schaduw verdwijnt. En dat kan best angstaanjagend zijn, vooral wanneer het onverwacht opduikt.
Iedereen heeft trouwens een zogeheten ‘blinde vlek’: het punt waar de oogzenuw het oog verlaat. Die is heel normaal en totaal onschuldig – je hersenen vullen dat stukje moeiteloos aan, waardoor je er niets van merkt. Pas wanneer er een nieuw en onverwacht verlies in je gezichtsveld ontstaat, wordt het zorgwekkend. Zo’n scotoom kan namelijk wijzen op een onderliggende aandoening in het oog of in de hersenen. Het is dus iets om serieus te nemen – en zeker niet iets om te negeren.
Welke soorten scotomen zijn er?
Niet elk scotoom ziet er hetzelfde uit. Er bestaan meerdere vormen, die er niet alleen anders uitzien, maar ook een andere oorzaak kunnen hebben. Sommige scotomen zijn duidelijk zichtbaar als scherpe, donkere vlekken. Andere zijn subtieler en uiten zich als wazige zones, flikkerende vegen of delen waarin de details plots ontbreken. Bij een relatief scotoom kun je nog wel iets onderscheiden in het aangetaste gebied, maar het beeld is dan vervormd of onscherp. Een absoluut scotoom daarentegen maakt compleet ‘blind’: in dat stukje zie je helemaal niets meer.
Daarnaast maken we onderscheid tussen positieve en negatieve scotomen. Een positief scotoom neem je actief waar. Denk aan een lichtflits, flikkering of donkere schaduw. Een negatief scotoom merk je vaak pas veel later op, omdat je hersenen automatisch proberen om het ontbrekende stukje visueel in te vullen. Zulke onopvallende scotomen worden vaak pas ontdekt tijdens een oogonderzoek.
Wat veroorzaakt een scotoom?
Een scotoom kan allerlei oorzaken hebben – en die zitten lang niet altijd in het oog zelf. In veel gevallen is het een symptoom van een onderliggende aandoening elders in het lichaam. Een van de bekendste oorzaken is glaucoom, ook wel ‘groene staar’ genoemd. Hierbij loopt de oogdruk te hoog op, waardoor de oogzenuw beschadigd raakt. Vroege signalen zijn vaak subtiele uitval in het gezichtsveld, meestal aan de zijkanten.
Ook leeftijdsgebonden maculadegeneratie (AMD) kan een scotoom veroorzaken. Bij deze aandoening wordt de macula – het deel van het netvlies waarmee je het scherpst ziet – aangetast. Je centrale zicht valt dan weg: je ziet bijvoorbeeld de omtrek van een voorwerp nog scherp, maar het midden lijkt wazig of verdwenen. Andere ooggerelateerde oorzaken zijn je netvlies dat loskomt of ontstekingen in het oog.
Maar de oorzaak hoeft niet per se in het oog te zitten. Ook neurologische aandoeningen kunnen scotomen veroorzaken. Zo gaat migraine met aura vaak gepaard met flikkerende, gekartelde uitval in het gezichtsveld. Die verdwijnt meestal vanzelf, maar kan behoorlijk storend zijn. Een beroerte, waarbij delen van de hersenen beschadigd raken, kan leiden tot blijvend gezichtsveldverlies. En bij multiple sclerose kan een ontsteking van de oogzenuw voor een scotoom zorgen. In zeldzamere gevallen zijn het tumoren of letsels die druk uitoefenen op de oogzenuw of het visuele centrum in de hersenen.
Welke signalen wijzen op een scotoom?
Hoe een scotoom precies aanvoelt of eruitziet, verschilt sterk van persoon tot persoon. Sommige mensen ervaren een donkere schaduw die een deel van hun gezichtsveld bedekt. Anderen zien juist felle lichtflitsen of flikkerende patronen die het moeilijk maken om dingen duidelijk te onderscheiden. Soms verdwijnen er zelfs hele stukken uit het beeld. Bijvoorbeeld tijdens het lezen, wanneer bepaalde letters of zelfs volledige woorden ineens onzichtbaar worden.
Wat het extra verraderlijk maakt: veel scotomen sluipen er geleidelijk in. Ze ontwikkelen zich langzaam en blijven vaak lange tijd onopgemerkt. Dat komt doordat ons brein ontzettend goed is in het compenseren van visuele uitval. Het ‘vult’ als het ware de lege plekken op basis van wat er rondom te zien is. Zo kan het lijken alsof er niets mis is, totdat je bijvoorbeeld vaker begint te struikelen over drempels of merkt dat je het tijdens het rijden moeilijk hebt om andere weggebruikers goed te zien.
Hoe wordt een scotoom vastgesteld?
Als je vermoedt dat er iets mis is met je gezichtsveld, is het belangrijk om niet te wachten en meteen een oogarts te raadplegen. Die kan met een zogenaamde perimetrie – ook wel gezichtsveldonderzoek genoemd – precies nagaan waar zich eventuele uitvalzones bevinden. Daarbij kijk je in een halfronde koepel en geef je telkens aan wanneer en waar je lichtpuntjes ziet verschijnen. Op die manier kan de oogarts precies in kaart brengen waar je gezichtsveld onderbroken is.
De oogarts kan ook een oftalmoscopie uitvoeren. Daarbij kijkt hij rechtstreeks in je oog om de conditie van het netvlies te beoordelen. Als er aanwijzingen zijn dat de oorzaak niet in het oog zelf ligt maar eerder in de hersenen, kunnen verdere beeldvormende onderzoeken zoals een MRI- of CT-scan volgen. Die maken zichtbaar of er sprake is van tumoren, ontstekingen of doorbloedingsproblemen die het visuele centrum beïnvloeden.
Is een scotoom te behandelen?
Of en hoe een scotoom behandeld kan worden, hangt volledig af van de oorzaak. Bij een oogaandoening zoals glaucoom kan de oogdruk worden verlaagd met oogdruppels of medicatie. Wanneer het netvlies loskomt, is vaak een operatie nodig om het zicht te behouden. En ook bij leeftijdsgebonden maculadegeneratie bestaan er behandelingen om de aandoening af te remmen, zoals injecties in het oog.
Als de oorzaak neurologisch is, bijvoorbeeld bij multiple sclerose of een tumor, wordt er behandeld met ontstekingsremmers of andere gerichte medicatie. Soms verdwijnt een scotoom ook vanzelf weer, zoals vaak gebeurt bij migraine met aura.
Blijft het gezichtsverlies aanhouden, dan zijn er manieren om beter met je veranderde zicht om te gaan. Dankzij gerichte zichttraining leer je het resterende gezichtsveld optimaal te benutten. En met optische hulpmiddelen, zoals vergrotende brillen of speciale leesapparatuur, kun je veel dagelijkse taken makkelijker en comfortabeler uitvoeren.
Leven met een scotoom
Een blijvend scotoom kan behoorlijk ingrijpend zijn in je dagelijkse leven. Toch valt er met de juiste ondersteuning veel op te vangen. In huis maken een goede verlichting en duidelijke contrasten al een groot verschil. Denk aan gekleurde strips op traptreden of opvallende randen rond meubels. Ook bij het lezen of werken achter een scherm kunnen hulpmiddelen zoals loepen, schermvergroters of aangepaste lettergroottes uitkomst bieden.
Maar ook mentaal kan het verlies van een deel van je gezichtsveld zwaar wegen. Minder goed kunnen zien komt vaak onverwacht en kan verwarring of zelfs angst veroorzaken. Praat erover, en schakel hulp in als dat nodig is. Dat kan in de vorm van psychologische begeleiding, een zelfhulpgroep of gespecialiseerde adviesdiensten voor mensen met een visuele beperking. Je staat er niet alleen voor: er zijn anderen die begrijpen wat je doormaakt, en hun ervaringen kunnen steun bieden.
Liever te veel naar de oogarts dan te weinig
Een scotoom is niet zomaar een onschuldige vlek in je zicht. Het kan een belangrijk signaal zijn dat er iets mis is in je oog of in je hersenen. Of het nu gaat om een oogaandoening of een neurologisch probleem, gezichtsveldverlies moet je altijd serieus nemen. Hoe sneller je erbij bent en professioneel advies inwint, hoe groter de kans dat je je zicht behoudt – of zelfs verbetert.
Merk je dat je zicht waziger wordt, dat er iets flikkert of een stukje van het beeld lijkt te verdwijnen? Wacht dan niet af. Regelmatige controles bij de oogarts helpen je om lang goed te blijven zien en mogelijke problemen vroegtijdig op te sporen.